Nederlandse cryptobedrijven krijgen wederom gelijk, DNB moet geld terugbetalen

Vandaag is er een belangrijke uitspraak gedaan door de Voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het ging om een verzoek tot voorlopige voorziening van De Nederlandsche Bank (DNB).

Om precies te zijn ging deze over een geschil tussen DNB en de Verenigde Bitcoinbedrijven Nederland (VBNL.org). De DNB zou veel te veel kosten hebben geheven over 2021. In eerste aanleg zijn deze heffingen door de rechtbank Rotterdam herroepen. Daarmee leek de winst voor in Nederland geregistreerde cryptobedrijven in kannen en kruiken.

DNB ging echter tegen die uitspraak in hoger beroep bij het CBb. De voorzieningenrechter heeft nu echter het verzoek tot schorsing afgewezen.

Volgens de voorzieningenrechter moet de DNB de eerdere uitspraak gewoon uitvoeren. Het betekent
dat DNB de toezichtkosten 2021 aan de cryptodienstverleners terugbetaalt. Als gevolg van de uitspraak zal onze centrale bank dus tussen de €4.299 en €423.364 per cryptobedrijf moeten terugbetalen.

DNB probeerde terugbetaling van onterechte toezichtkosten te vertragen door een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank. Die ging hier niet in mee. DNB moet nu direct de facturen van de Nederlandse bitcoin bedrijven over 2021 terug betalen. Gefeliciteerd VBNL! https://t.co/wuN9jWpRfc

— PatrickvdMeijde #usingbitcoin (@PatrickvdMeijde) December 14, 2023

Bert de Groot, voorzitter van VBNL.org, is positief gestemd over de uitspraak. Tegelijkertijd is het belangrijk vooruit te kijken:

“Wij zullen de bodemprocedure verder vervolgen en ook op andere manieren aandacht vragen voor het belang van het level playing field binnen Europa en de concurrentiepositie van Nederland op het gebied van cryptodienstverlening. Toezichtkosten spelen daarbij een belangrijke rol.”