Amerikaanse rechter: fiscus mag bitcoin transacties inzien ondanks privacy
De Amerikaanse belastingdienst mag inzage hebben in de bitcoin transacties van een belegger, zo blijkt uit een recente uitspraak van een rechtbank in de staat Washington. Daarover bericht Coindesk op haar website.
Bitcoin en belastingaangifte
Een federale rechter heeft grotendeels een klacht van de particuliere belegger William Zietzke verworpen: de man wilde voorkomen dat de Internal Revenue Service (IRS) zijn bitcoin transacties kon inzien op onder meer de Bitstamp exchange.
Rechter John Coughenour heeft wel bepaald dat de fiscus haar onderzoek moet beperken tot één boekjaar, 2016 in dit geval. De gerechtelijke uitspraak doorkruist een paar principes van de bitcoin community.
Allereerst het principe, met name aangehangen door cypherpunks, dat iemand recht heeft op financiële privacy. Ten tweede dat je je persoonlijke data niet kunt toevertrouwen aan derde partijen zoals de fiscus.
Zietzke vs. IRS
Volgens de aanklacht wilde Zietzke de dagvaarding van de fiscus aan Bitstamp ongedaan maken. De belastingdienst wilde namelijk inzage in zijn complete transactiegeschiedenis omdat hij een gewijzigde belastingaangifte had ingediend.
Zietzke had over boekingsjaar 2016 een groei in belastbaar vermogen van $104.482 ingediend. Daaronder zaten ook twee bitcoin transacties, een groot van zijn (in waarde toegenomen) vermogen.
Echter, hij kwam er in 2017 achter dat de transacties niet in 2016 plaatsvonden. Vervolgens diende hij een gewijzigde aangifte in. Daaruit bleek dat zijn vermogen maar met $410 was gegroeid. Hij wilde daarom de teveel belasting terugvorderen.
Als reactie daarop startte de IRS een fiscaal onderzoek naar alle transacties, waaronder die op Bitstamp. Met een dagvaarding wilde men afdwingen hoeveel transacties en hoeveel bitcoin Zietzke heeft verstuurd bij de exchange.
Hierop ging Zietzke’ in het verweer en hij stelde onder meer:
De rechter verwierp een aantal argumenten om technische redenen. De IRS doet een legitiem onderzoek naar zijn vermogen en transacties om te onderzoeken of hij voldoet aan de wettelijke eisen. Ook is er géén bewijs dat de dienst te kwader trouw heeft gehandeld.
Niettemin heeft de rechtbank bepaald dat alléén de transacties uit 2016 het onderzoeken waard zijn.
Privacy
Zietzke beriep dus op zijn recht op privacy, ook in financiële zin. Maar de rechter verwierp deze eis op basis van een uitspraak uit 1976 tussen de VS en Miller.
Het Hooggerechtshof oordeelde dat ‘een persoon een redelijke verwachting van privacy mist bij een bancaire administratie van die persoon’. Met andere woorden: eenmaal geregistreerd bij een bank, lever je deel van je privacy in.
Het argument dat de IRS niet in staat is om persoonlijke data van hem te beschermen, is volgens de rechter juridisch niet houdbaar.
De IRS heeft nu twee weken de tijd om een aangepaste dagvaarding te sturen. Door de uitspraak krijgt de dienst de mogelijkheid om de benodigde data te verzamelen. ‘Zoals met zoveel zaken in het leven, hebben ook transacties met cryptovaluta fiscale gevolgen’, aldus de rechter.
