In deze 8 landen is één munteenheid minder waard dan één satoshi
Bitcoin (BTC) is inmiddels een gevestigde naam in het wereldje van valuta. Nu de prijs door de $10.000 is geschoten, wijzen sommigen op de devaluatie van (ongedekte) fiat valuta.
Bitcoin: 100 miljoen satoshi’s (sats)
De website Fiatmarketcap (FMC) houdt een overzicht bij, waarbij de lokale munteenheid omgerekend is naar satoshi’s (sats). Zoals bekend staat één bitcoin (BTC) gelijk aan honderd miljoen satoshi’s (sats). Oftewel: 0.00000001 BTC.
FMC heeft per land bepaald wat de circulatie aan lokale valuta is en de totale waarde daarvan omgerekend in bitcoin. Vervolgens is die som gedeeld door 100 miljoen. Daaruit rolt vervolgens een sat-waarde. Dat is de sat-waarde die gelijk is aan één eenheid van die lokale munt.
Bijvoorbeeld één Chinese renminbi (CNY) is 1.415 sats waard, terwijl de Amerikaanse dollar en Europese euro nog respectievelijk 9.912 en 10.850 sats waard zijn.
Je raadt het al, zodra de prijs van bitcoin stijgt, leveren de fiat valuta in waarde in.
Satoshi-test
Bij een aantal landen is de waarde van hun lokale munt dermate laag, dat één satoshi inmiddels meer waard is dan één eenheid van hun munt.
De Venezolaanse Bolivar staat op 0.04 satoshi. Daarmee is de bolivar de slechtst presterende nationale valuta. Het land zelf verkeert dan ook in een diepe economische crisis.
Het gaat om de volgende landen.
1/3
List of fiat currencies getting destroyed by hyperinflation and #Bitcoin:
🇻🇪VEF: 0.04 sat
🇲🇨IDR: < 1 sat
🇻🇳 VND: < 1 sat
🇸🇹STD: < 1 sat
🇬🇳GNF: 1 sat
🇵🇾PYG: 1 sat
🇱🇦LAK: 1 sat
🇿🇲ZMK: 1 sat
🇸🇱SLL: 1 sat#dumpfiat #stacksats https://t.co/vxok0LOHsr
Big Max index en koopkracht
Dus wereldwijd zijn er enorme verschillen in de waarde van een lokale munt. Naarmate de bitcoin prijs blijft stijgen, zullen lokale munten – logischerwijs – inleveren in BTC-waarde.
Bovendien verschilt natuurlijk ook nog de koopkracht per land. Een van de manieren om daar wat inzicht in te krijgen is de zogenaamde Big Mac Index. Het is een informele rekenmethode om koopkracht uit te drukken op basis van de prijs van één losse Big Mac in een bepaald land.
Bedenker is het Britse weekblad The Economist om een vergelijking te maken tussen de verschillende valuta’s ten opzichte van de Amerikaanse dollar.
Als voorbeeld: een Big Mac kost in Indonesië 2,41 dollar, dat is omgerekend 33.129 rupiah.
Het minimumloon ligt op de 1,5 miljoen en 3 miljoen rupiah. Omgerekend kan iemand met een minimumloon van 1,5 miljoen rupiah elke maand 45 Big Macs kopen.
Met andere woorden, de koopkracht ligt beduidend lager in bijvoorbeeld Nederland. In ons land gaat de overheid uit van een bruto minimumloon van ca. 1.650 euro voor iemand van 21 jaar en ouder.
Hij kan circa 440 Big Macs kopen met zijn minimumloon. Voor het gemak laten we belastingen en andere lasten even buiten beschouwing.
De ranglijst in satoshi’s legt dus ook de ongelijkheid bloot in koopkracht tussen de diverse landen.
