Dit is hoe bitcoin historisch gezien presteerde in juni

Bitcoin heeft met de maand mei voor het eerst in 2023 een negatieve maandsluiting achter de rug. De koers daalde in mei met iets meer dan zeven procent, wat de eerste negatieve maandsluiting sinds december 2022 betekende. De dalingen in mei markeren ook de slechtste maand sinds het instorten van FTX in november, wat met een daling van 16 procent gepaard ging.

Nu staat er weer een nieuwe maand voor de deur en dat betekent dat er ruimte is voor verbetering. Wat kunnen we van juni verwachten?

Bitcoin in juni

Gemiddeld genomen is juni de slechtste maand voor de bitcoin koers gedurende het hele jaar. Sinds 2011 steeg bitcoin met slechts 7 procent in juni. Allen de maanden september en augustus zijn geregeld minder voor bitcoin.

Wat misschien extra zorgen baart voor de maand die voor ons ligt zijn de prestaties van de afgelopen drie jaar. Bitcoin daalde in de afgelopen drie jaar in juni met gemiddeld 15,6 procent.

Een daling van meer dan 15 procent lijkt op basis van de prestaties in 2023 onwaarschijnlijk, maar als het om bitcoin gaat kunnen we vooraf natuurlijk niets uitsluiten.

Ook als we naar de macro-economische omstandigheden kijken is het lastig te verkopen dat bitcoin een sterke periode tegemoet gaat. De inflatie is nog altijd een stuk hoger dan verwacht en gehoopt en dat maakt dat de rentes waarschijnlijk nog langer op dit verhoogde niveau moeten blijven.

Nog niet klaar

Sterker nog, Loretta Mester van de Federal Reserve liet op woensdag zelfs weten dat zij geen reden ziet voor een rentepauze van haar centrale bank. Dat betekent dat de kans aanwezig of zelfs groot is dat we ook deze maand weer een nieuwe renteverhoging van de Federal Reserve voor onze kiezen krijgen.

Ondanks de uitspraken van Mester zijn de kansen op een rentepauze – volgens de markt – op dit moment 61 procent. De kans op een nieuwe renteverhoging ligt daarentegen op 39 procent. Wat dat betreft lijkt het er dus op dat we op 14 juni alsnog een pauze krijgen.

Het is wel vreemd om te zien dat de uitspraken van Mester niet matchen met de verwachtingen van de markt. Zij lijkt duidelijk aan te geven dat de cijfers erop wijzen dat het nog geen tijd is voor een pauze, terwijl de markt er redelijk zeker van lijkt te zijn dat de campagne van renteverhogingen voorbij is.