DNB In Hoger Beroep In Ruzie Over Toezichtkosten Cryptosector

Het conflict tussen De Nederlandsche Bank (DNB) en een groep van elf Nederlandse cryptobedrijven escaleert. De toezichthouder gaat in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank over teveel betaalde toezichtkosten. De DNB heeft te hoge toezichtkosten opgelegd aan bedrijven actief in de bitcoinhandel. Tot nu toe wil de DNB echter nog niets terugbetalen, tot groot chagrijn van de Vereniging van de Nederlandse bitcoinbedrijven (VBNL).

Diverse media melden dat de toezichthouder zelfs een voorlopige voorziening heeft aangevraagd om de betaling op te schorten. De VBNL eist echter onmiddellijke terugbetaling binnen twee weken, inclusief wettelijke rente. De terug te betalen bedragen lopen op tot tienduizenden tot enkele honderdduizenden euro’s voor sommige aanbieders.

Het oordeel van de rechtbank is klip-en-klaar: cryptobedrijven vallen onder een registratiesysteem en niet, zoals banken, onder een vergunningstelsel. Daarom moeten de kosten aanzienlijk lager zijn. DNB betwist deze uitspraak principieel en gaat nu in hoger beroep.

De toezichtkosten voor cryptobedrijven is al jaren een reden voor conflict tussen de toezichthouder en de cryptosector. Volgens de cryptobedrijven hanteert de DNB een zwaarder toezicht dan nodig, terwijl zij verplicht zijn te registreren. Ook wijzen zij op lagere toezichtskosten zoals de trustsector die onder vergelijkbaar toezicht staat.

Ook roept het vragen op dat sommige aanbieders zonder registratie nog steeds Nederlandse klanten kunnen bedienen. In totaal heeft de DNB 6,5 miljoen euro aan boetes uitgedeeld aan (buitenlandse) bedrijven die nog voldeden aan de registratieplicht. In de ogen van de VBNL is toezicht op de cryptosector een lucratieve bezigheid voor de DNB en trekt men daarmee een te grote broek aan.