DNB verhoogt toezichtskosten op cryptosector met 1,2 miljoen euro
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de toezichtkosten voor 2023 begroot op 3,9 miljoen euro. Dat is een verhoging van 1,2 miljoen euro ten opzichte van 2022.
De verhoging is op te maken uit de begroting (PDF) die is bekendgemaakt. De DNB is een zelfstandig bestuursorgaan, maar de begroting wordt jaarlijks goedgekeurd door het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De huidige minister van Financiën is Sigrid Kaag van D66 en de Karien van Ginnip (CDA) zwaait de scepter bij Sociale Zaken.
De toezichtskosten zijn sinds 2021 gestaag toegenomen. Voor 2021 is er 1,6 miljoen euro begroot, maar de uiteindelijke kosten kwamen 600.000 euro hoger uit, op 2,2 miljoen euro (realisatie 2021). De uiteindelijke kosten van 2022 zijn nog onbekend, maar er werd al 2,7 miljoen euro begroot. Weer 500.000 euro hoger dan wat de gerealiseerde kosten van 2021 waren.
En daar komt voor 2023 qua begroting weer 1,2 miljoen euro bij, van 2,7 miljoen euro naar 3,9 miljoen euro. Hoe zijn deze gestegen kosten te verklaren?
Naar eigen zeggen moet de centrale bank de capaciteit op zijn toezichtafdeling flink uitbreiden om te voldoen aan eisen vanuit de Europese Centrale Bank. Meer gespecialiseerd personeel leidt tot hogere personeelskosten en daarmee indirect tot hogere toezichtskosten.
Slecht nieuws voor de cryptobedrijven in het register van de DNB, want zij moeten deze kosten dragen. Momenteel zijn er 36 bedrijven geregistreerd, wat op papier neerkomt op 108.000 euro per registrant. Maar zoals 2021 leert, de daadwerkelijke kosten kunnen bij de narekening hoger uitvallen.
