Amerikaanse aanklagers eisen gevangenisstraf voor ‘crypto-shadow banking’
Bankdiensten leveren aan partijen die daar geen toegang toe horen te krijgen? Dat kan je in Amerika duur komen te staan.
De Verenigde Staten willen een zware straf voor Reginald Fowler in een langlopende ‘crypto-shadow bankingzaak’ die al vijf jaar duurt. Fowler, voormalig minderheidsaandeelhouder van het NFL-team Minnesota Vikings, werd in 2019 gearresteerd. Hij wordt beschuldigd van bankfraude, illegale geldoverdrachten en samenzwering in verband met shadow banking-praktijken.
Het verzoek van aanklager Damian Williams vraagt om ten minste zeven jaar gevangenisstraf, maar hij wil een straf van 15 tot 20 jaar om de ernst van de overtreding te weerspiegelen.
Fowler richtte in 2018 het bedrijf Global Trading Solutions (GTS) op onder de paraplu van Crypto Capital Corp, een vermeende crypto-shadowbank in Panama. Hij werd ervan beschuldigd op te treden als een niet-gelicentieerde ‘geldttransactiekantoor’ en financiële instellingen te misleiden. Via Crypto Capital leverde hij naar verluidt shadow banking-diensten aan verschillende cryptobeurzen, waaronder Bitfinex, Binance, CEX.io en QuadrigaCX.
Tussen februari en oktober 2018 verwerkten GTS en Crypto Capital ongeveer $750 miljoen aan transacties. Bedrijven zonder de juiste papieren konden bij deze organisaties terecht om toch indirect bepaalde bankdiensten af te nemen.
Volgens het verzoek om veroordeling heeft Ivan Manuel Molina Lee, het hoofd van Crypto Capital, in 2019 ook geld witgewassen en zou hij betrokken zijn geweest bij een Colombiaans drugskartel.
Fowler pleitte in 2022 schuldig aan alle aanklachten, nadat hij in 2020 niet schuldig had gepleit en op borgtocht van $5 miljoen was vrijgelaten. Terwijl zijn veroordeling nadert, concludeert Williams: “Reginald Fowler heeft ernstige misdaden begaan. Alleen een aanzienlijke gevangenisstraf van ten minste 84 maanden kan die ernst weerspiegelen, respect voor de wet bevorderen en voldoende afschrikking bieden.” In september 2022 verzocht Fowler om een uitstel van zes maanden vanwege een ernstige medische aandoening.
